ARTIKEL

24.

ALGEMENE AANDUIDINGSREGELS

 

 

24.1

vrijwaringszone - molenbiotoop

 

 

24.1.1

Ter plaatse van de aanduiding "vrijwaringszone - molenbiotoop" gelden nadere regels voor het beschermen van de functie van de in dit ge­bied voorko­mende molen als werktuig en van de waarde als landschaps­bepalend element.

 

 

24.1.2

Bij de bouw van bouwwerken op de in lid 24.1.1 bedoelde gronden dienen de volgende bepalingen in acht genomen te worden:

a.    voor zover zij minder dan 100 m van de voet van de molen verwijderd zijn, mag de bouwhoogte maximaal de hoogte van de belt, zijnde 3,40 m, bedragen;

b.    voor zover zij op meer dan 100 m van de voet van de molen verwij­derd zijn en minder dan 346,50 m, mag de bouwhoogte maximaal 1/50 van de afstand gemeten tussen het bouwwerk en de voet van de molen, vermeer­derd met 3,07 m bedragen;

c.    Het bepaalde onder a t/m b geldt niet voor bijgebouwen, bestaande bouwwerken en voor situaties waarin de vrije windvang en het zicht reeds beperkt wordt door bebouwing, mits de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder beperkt wordt.

 

 

24.1.3

Burgemeester en Wethouders kunnen ontheffing verlenen van het gestelde in lid 24.1.2 voor het bouwen van bouwwerken met een grotere maximale hoogte, waarbij de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan volgens de voor de betreffende gronden aangegeven bestemmingen is toegestaan en, gehoord een molendeskundige, is ge­bleken dat hierdoor de windbelemmering niet dusdanig wijzigt dat de be­treffende molen onvoldoende kan functioneren of anderszins blijvend one­venredig in zijn waarde wordt geschaad.

 

 

Dit is een dummytekst uitsluitend bedoeld als bladvulling voor proefcodering van voorbeeldplannen.