Regels

 

Inhoudsopgave

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Artikel 2 Wijze van meten

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Wonen

Artikel 4 Bedrijf-1

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

Artikel 6 Slotregel

 

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

 

Artikel 1 Begrippen

 
1.1 plan
het wijzigingsplan ‘Pypkewei 1, 3 en 5 te Augustinusga’ met identificatienummer NL.IMRO.0059.WPBgPypkewei135-VG01 van de gemeente Achtkarspelen;
 
1.2 bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0059.BPBgBuitengebied13-VG01 met de bijbehorende regels en bijlagen, zijnde het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen;

1.3 wijzigingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

 

 

Voor het overige en voor zover hier niet genoemd zijn de begrippen als genoemd in artikel 1 van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen van overeenkomstige toepassing op dit plan.

 

Artikel 2 Wijze van meten

De wijze van meten zoals vervat in artikel 2 van de regels van het bestemmingsplan ‘Buitengebied Achtkarspelen’ is van overeenkomstige toepassing op dit plan.

 

 

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

 

Artikel 3 Wonen

De regels van de bestemming Wonen zoals vervat in artikel 30 van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen zijn van overeenkomstige toepassing op dit plan, met dien verstande dat deze regels als volgt worden aangevuld:

aan artikel 30.5 ‘Specifieke gebruiksregels’ wordt toegevoegd:

 

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

i.  het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemming zonder dat een goede landschappelijke inpassing is gerealiseerd en in stand wordt gehouden in overeenstemming met een door het bevoegd gezag goedgekeurd landschappelijk inpassingsplan, waarbij de aanwijzingen uit de bij de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen behorende bijlage 1 Visie Ruimtelijke Kwaliteit Buitengebied Achtkarspelen zijn gevolgd. Dit gebruiksverbod gaat in na het verstrijken van de termijn van een jaar na ingebruikname van de hoofdgebouwen overeenkomstig deze bestemming.

 

 

 

Artikel 4 Bedrijf-1 

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘Bedrijf - 1’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.   bedrijven zoals genoemd in categorie 1 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van Bedrijven;

 

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en vuurwerkbedrijven,

 

met daaraan ondergeschikt:

b.    productiegebonden detailhandel en detailhandel als ondergeschikt bestanddeel van een bedrijf in goederen die qua aard rechtstreeks verband houden met de bedrijfsuitoefening;

c.     infrastructurele voorzieningen;

d.    groenvoorzieningen;

e.     openbare nutsvoorzieningen;

f.     waterhuishoudkundige voorzieningen;

g.    sloten en daarmee gelijk te stellen waterlopen,

 

met de daarbij behorende:

h.     bedrijfsgebouwen;

i.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

j.      tuinen, erven en terreinen;

 

 

4.2 Bouwregels

 

a.   Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

1.   per bestemmingsvlak mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen ten behoeve van één bedrijf worden gebouwd;

2.   de oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan de bestaande oppervlakte per bestemmingsvlak;

3.   de afstand van een bedrijfsgebouw tot de zijdelingse perceelgrens mag niet minder bedragen dan 3 m, dan wel ten minste de bestaande afstand indien deze minder is;

4.   bij vervangende nieuwbouw mag uitsluitend op de bestaande locatie op het bouwperceel worden gebouwd;

5.   de goothoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 5 m, dan wel ten hoogste de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt;

6.   de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 15 m, dan wel ten hoogste de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt;

7.   de dakhelling van een bedrijfsgebouw mag niet minder bedragen dan 15°, met uitzondering van bedrijfsgebouwen tot een totale oppervlakte van 100 m².

  

b.   Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

1.   de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 1 m, maar als een erf- of terreinafscheiding achter (het verlengde van) de aan de kant van de weg gelegen gevel wordt gebouwd, mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan 2 m;

2.   de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5,5 m.

 

 

4.3 Nadere eisen

 

Burgemeester en Wethouders kunnen met inachtneming van:

·  het straat- en bebouwingsbeeld;

·  de woonsituatie;

·  de milieusituatie;

·  de verkeersveiligheid;

·  de sociale veiligheid;

·  de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

·  de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden,

nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van bouwwerken.

 

 

4.4 Afwijken van de bouwregels

 

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

·  het straat- en bebouwingsbeeld;

·  de woonsituatie;

·  de milieusituatie;

·  de verkeersveiligheid;

·  de sociale veiligheid;

·  de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

·  de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden,

bij een omgevingsvergunning afwijken van:

 

a.   het bepaalde in lid 4.2, sub a, onder 2, voor het vergroten van de oppervlakte van de bedrijfsgebouwen met niet meer dan 15% van de bestaande oppervlakte van de bedrijfsgebouwen, met dien verstande dat:

1.   de totale oppervlakte van de gebouwen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan 60% van het bestemmingsvlak;

2.   voordat de uitbreiding wordt gerealiseerd door de initiatiefnemer dient te worden aangetoond dat de uitbreiding milieuhygiënisch en verkeerskundig inpasbaar is in de omgeving;

3.   plaatsing van reclame-uitingen plaatsvindt conform het reclamebeleid;

 

 

b.   het bepaalde in lid 4.2, sub a, onder 4, voor een andere locatie op het bouwperceel van hoofdgebouwen bij vervangende nieuwbouw;

 

 

4.5 Specifieke gebruiksregels

 

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

a.   het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in categorie 1 van de bij deze regels als bijlage 1 opgenomen Staat van bedrijven;

b.   het gebruik van de gronden en bouwwerken overeenkomstig de bestemming zonder dat een goede landschappelijke inpassing is gerealiseerd en in stand wordt gehouden in overeenstemming met een door het bevoegd gezag goedgekeurd landschappelijk inpassingsplan, waarbij de aanwijzingen uit de bij de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen behorende bijlage 1 Visie Ruimtelijke Kwaliteit Buitengebied Achtkarspelen zijn gevolgd. Dit gebruiksverbod gaat in na het verstrijken van de termijn van een jaar na ingebruikname van de hoofdgebouwen overeenkomstig deze bestemming.

c.   het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen, met uitzondering van de bestaande terreinen voor kleinschalig kamperen, met dien verstande dat:

1.   er niet meer dan 15 mobiele kampeermiddelen per bestaand terrein voor kleinschalig kamperen zijn toegestaan; en

2.   de oppervlakte van het perceel niet minder bedraagt dan 0,5 ha;

3.   mobiele kampeermiddelen uitsluitend tijdens het toeristisch seizoen aanwezig mogen zijn;

4.   vaste kampeermiddelen niet zijn toegestaan;

d.   het gebruik van andere gebouwen dan bedrijfswoningen voor bewoning;

e.   het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting;

f.    het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een horecabedrijf, met uitzondering van de ondergeschikte horeca op de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - ondergeschikte horeca;

g.   de stalling en/of opslag van voer-, vaar- en vliegtuigen, dan wel onderdelen daarvan, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - scheepswerf" en met uitzondering van de stalling van voertuigen ter plaatse van de aanduiding "overige zone - commerciële zone";

h.   het plaatsen van en/of het gebruik van (sta)caravans en (zee)containers of naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen goederen;

i.    het gebruik als opslag-, stort-, lozings-, of bergplaats van voorwerpen, stoffen en materialen op onbebouwde terreinen, anders dan ter plaatse van de aanduiding “gronddepot”;

 

 

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

 

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

·  het straat- en bebouwingsbeeld;

·  de woonsituatie;

·  de milieusituatie;

·  de verkeersveiligheid;

·  de sociale veiligheid;

·  de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

·  de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden,

 

bij een omgevingsvergunning afwijken van:

a.   het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.5, sub a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die zijn genoemd in de bij de regels behorende bijlage 1 Staat van Bedrijven onder de categorie 2, mits die bedrijven naar de aard en/of de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de bij de regels behorende bijlage 1 Staat van Bedrijven onder de categorie 1;

b.  het bepaalde in lid 4.1 en lid 4.5, sub a en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en/of de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de bij de regels behorende bijlage 1 Staat van Bedrijven onder de categorie 1;

c.  het bepaalde in lid 4.5 sub c en lid 4.5 sub h en toestaan dat nieuwe terreinen voor kleinschalig kamperen worden opgericht met plaats voor maximaal 15 mobiele kampeermiddelen per terrein, met dien verstande dat:

1.   de oppervlakte van het perceel niet minder bedraagt dan 0,5 ha;

2.   de afstand tot andere terreinen voor kleinschalig kamperen niet minder bedraagt dan 30 m;

3.   de afstand tot de woningen van derden niet minder bedraagt dan 30 m;

4.   wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing;

5.   gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen mogen worden gerealiseerd tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m² per terrein en met een goothoogte van maximaal 3 m met inachtneming van de regels in lid 4.2;

6.   mobiele kampeermiddelen uitsluitend tijdens het toeristisch seizoen aanwezig mogen zijn;

7.   vaste kampeermiddelen niet zijn toegestaan;

8.   het gezamenlijk aantal terreinen voor kleinschalig kamperen in de gemeente in totaal niet meer mag bedragen dan 20;

 

d.  het bepaalde in lid 4.5 sub c en lid 4.5 sub h en toestaan dat nieuwe kleinschalige kampeerterreinen worden opgericht of bestaande kleinschalige kampeerterreinen worden uitgebreid met plaats voor maximaal 25 mobiele kampeermiddelen per terrein, met dien verstande dat:

1.   de oppervlakte van het perceel niet minder bedraagt dan 0,75 ha;

2.   de afstand tot andere terreinen voor kleinschalig kamperen niet minder bedraagt dan 50 m;

3.   de afstand tot de woningen van derden niet minder bedraagt dan 50 m;

4.   wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing;

5.   gebouwen ten behoeve van sanitaire voorzieningen mogen worden gerealiseerd tot een oppervlakte van niet meer dan 50 m² per terrein en met een goothoogte van maximaal 3 m met inachtneming van de regels in lid 4.2;

6.   mobiele kampeermiddelen uitsluitend tijdens het toeristisch seizoen aanwezig mogen zijn;

7.   vaste kampeermiddelen niet zijn toegestaan;

8.   het gezamenlijk aantal terreinen voor kleinschalig kamperen in de gemeente in totaal niet meer mag bedragen dan 20.

 

 

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:

·  het straat- en bebouwingsbeeld;

·  de woonsituatie,

·  de milieusituatie;

·  de verkeersveiligheid;

·  de sociale veiligheid;

·  de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

·  de cultuurhistorische, landschappelijke en natuurlijke waarden,

 

a.   de bestemming wijzigen in de bestemming 'Cultuur en ontspanning' uit het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen, met dien verstande dat:

1.   de bedrijfsactiviteiten volledig zijn beëindigd;

2.   de nieuwe functie in de bestaande bedrijfsbebouwing dient te worden gerealiseerd, dan wel in nieuw te bouwen gebouwen, mits:

·  daarvoor bestaande bebouwing is gesloopt, waarbij karakteristieke en monumentale gebouwen behouden dienen te blijven; en

·  de gezamenlijke oppervlakte van de nieuw te bouwen gebouwen maximaal 100% bedraagt van de oppervlakte van de gesloopte gebouwen, dan wel maximaal de oppervlakte die is toegestaan in de bestemming die de gronden na wijziging krijgen;

3.   per bestemmingsvlak maximaal één bedrijfswoning is toegestaan, indien bij het voormalige bedrijf ook een bedrijfswoning aanwezig was;

4.   wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing;

5.   voor het overige de regels van Artikel 17 Cultuur en ontspanning van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen van overeenkomstige toepassing zijn.

 

b.      de bestemming wijzigen in de bestemming 'Maatschappelijk' uit het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen, met dien verstande dat:

1.   de bedrijfsactiviteiten volledig zijn beëindigd;

2.   de maatschappelijke functie in de bestaande bedrijfsbebouwing dient te worden gerealiseerd, dan wel in nieuw te bouwen gebouwen, mits:

·  daarvoor bestaande bebouwing is gesloopt, waarbij karakteristieke en monumentale gebouwen behouden dienen te blijven; en

·  de gezamenlijke oppervlakte van de nieuw te bouwen gebouwen maximaal 100% bedraagt van de oppervlakte van de gesloopte gebouwen, dan wel maximaal de oppervlakte die is toegestaan in de bestemming die de gronden na wijziging krijgen;

3.   per bestemmingsvlak maximaal één bedrijfswoning is toegestaan, indien bij het voormalige bedrijf ook een bedrijfswoning aanwezig was;

4.   wordt voorzien in een goede landschappelijke inpassing;

5.   voor het overige de regels van Artikel 20 Maatschappelijk van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen overeenkomstige toepassing zijn.

 

 

Hoofdstuk 3 Algemene regels

De algemene regels zoals vervat in artikelen 37 t/m 42 van de regels van het bestemmingsplan Buitengebied Achtkarspelen zijn van overeenkomstige toepassing op dit plan.

 

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken

a.   Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:

1.   gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;

2.   na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.

b.   Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

c.   Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

 

5.2 Overgangsrecht gebruik

a.   Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het wijzigingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

b.   Het is verboden het met het wijzigingsplan strijdige gebruik, bedoeld in sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

c.   Indien het gebruik, bedoeld in sub a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

d.   Het bepaalde in sub a is niet van toepassing op gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

 

 

Artikel 6 Slotregel

 

Deze regels worden aangehaald als:

 

“Regels van het wijzigingsplan Pypkewei 1, 3 en 5 te Augustinusga”.

 

Aldus vastgesteld door het college van Burgemeester en wethouders op 01-05-2017.