-
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden het plan wijzigen in die zin dat binnen de bestemming ‘Wonen’ het aantal woningen wordt vergroot, met dien verstande dat:
-
de oppervlakte van een woning ten hoogste 150 m² bedraagt;
-
het aantal woningen dient te passen binnen met Gedeputeerde Staten overeengekomen woningbouwafspraken;
-
indien uit akoestisch onderzoek blijkt dat de gevelbelasting ten gevolge van wegverkeerslawaai meer bedraagt, de omgevingsvergunning slechts wordt toegepast in overeenstemming met een vooraf verkregen hogere waarde;
-
de regels van de bestemming ‘Wonen’ voor het overige onverkort van toepassing blijven.
-
-
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid a is de procedure opgenomen in artikel 20 van toepassing.