Gemeente:
Achtkarspelen
Plannaam:
Bestemmingsplan Surhuisterveen Dorp
Status:
Vastgesteld
Status Datum:
14-09-2009

Artikel 20 Wonen

 

20.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor ‘wonen’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. woningen, al dan niet in combinatie met:

    • ruimte voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;

    • verkoop van goederen via internet;

  2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen,

 

met de daarbij behorende:

  1. erven;

  2. paden;

  3. openbare nutsvoorzieningen;

  4. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

20.2 Bouwregels

 

  1. Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

    1. als hoofdgebouw dienen uitsluitend woningen te worden gebouwd;

    2. het aantal woningen bedraagt ten hoogste het bestaande aantal, dan wel het dan wel het in het bouwvlak aangegeven aantal ter plaatse van de aanduiding ‘maximum aantal wooneenheden’;

    3. een hoofdgebouw dient uitsluitend binnen een bouwvlak te worden gebouwd;

    4. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt ten minste 2,5 m dan wel ten minste de bestaande afstand indien deze minder is;

    5. de goothoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 6 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien deze meer is;

    6. de bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer dan 11 m bedragen, dan wel de bestaande bouwhoogte indien deze meer is;

    7. de dakhelling van een hoofdgebouw mag, met uitzondering van de bestaande plat afgedekte delen, niet minder dan 20° en niet meer dan 60° bedragen.

 

  1. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

    1. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen per hoofdgebouw mag niet meer dan 75 m² bedragen, wanneer de gezamenlijke oppervlakte van het bouwperceel en de gronden bestemd als tuin meer is dan 500 m² mag deze oppervlakte ten hoogste 100 m² bedragen. Bij de berekening van de oppervlakte van aan- en uitbouwen en aangebouwde en vrijstaande bijgebouwen telt de oppervlakte van bouwvergunningvrije bouwwerken niet mee;

    2. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag ten hoogste 100% van de oppervlakte van het hoofdgebouw bedragen, met een maximum van 75 m², dan wel de bestaande oppervlakte indien deze meer bedraagt;

    3. ten hoogste 50% van het erf buiten het bouwvlak gelegen mag worden bebouwd, dan wel ten hoogste het bestaande percentage indien dit meer is;

    4. de goothoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw mag niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van het hoofdgebouw bedragen; de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 2,5 m bedragen, dan wel de bestaande goothoogte indien hoger;

    5. de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw is ten minste 1 m lager dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw; de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 6 m bedragen;

    6. de dakhelling van een aan- en uitbouw en een bijgebouw mag niet minder dan 15° bedragen, tenzij deze gebouwen plat zijn afgedekt;

    7. de afstand tussen vrijstaande bijgebouwen onderling en ten opzichte van het hoofdgebouw met aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet minder dan 1 m bedragen, dan wel de bestaande afstand indien deze minder is.

  1. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

    1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan
      2 m bedragen;

    2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 5,5 m bedragen.

 

 

20.3 Specifieke gebruiksregels

 

Onder strijdig gebruik met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:

  1. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;

  2. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf;

  3. het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor detailhandel met uitzondering van de verkoop van goederen via internet en overige bedrijfs- en/of de daarvoor benodigde opslagruimte;

  4. in de in lid 20.2 onder a. genoemde hoofdgebouwen een aan-huis-ver-bonden beroep of bedrijf uit te oefenen in strijd met de onderstaande regels:

    1. ten hoogste 30% van de begane grond oppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 45 m² mag voor het aan-huis-verbonden beroep of bedrijf worden aangewend;

    2. alleen het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer is toegestaan;

    3. detailhandel is uitsluitend toegestaan voorzover ondergeschikt aan en voortvloeiend uit het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik;

    4. horecabedrijven en seksinrichtingen zijn niet toegestaan.

    5. vanuit de in lid 20.2 onder a. genoemde hoofdgebouwen de verkoop van goederen via internet uit te oefenen in strijd met de onderstaande regels:

  5. ten hoogste 30% van de begane grond oppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 45 m², mag worden aangewend ten behoeve van de internetverkoop;

    1. alleen het gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer, is toegestaan;

    2. er geen fysiek klantencontact plaatsvindt;

    3. er ter plaatse geen uitstalling van de koopwaar plaatsvindt;

    4. er geen reclame-uitingen bij de woning zijn toegestaan;

    5. de bevoorrading gebeurt in de dagperiode (07:00 -19:00 uur).

 

 

20.4 Wijzigingsbevoegdheid

 

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat de afmeting, de si-tuering en de vorm van de aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd met dien verstande dat:

  1. de oppervlakte van het bouwvlak van vrijstaande woningen ten hoogste 150 m² mag bedragen;

  2. de overige bouwvlakken met ten hoogste 20% mogen worden vergroot;

  3. het bouwvlak maximaal 15 m diep is;

  4. het bouwvlak op ten minste 2,5 m uit de zijdelingse perceelsgrens blijft, tenzij de bestaande afstand minder is;

  5. de diepte van het erf achter het bouwvlak minimaal 5 m bedraagt;

  6. de bouwregels van deze bestemming voor het overige onverkort van toepassing blijven;

  7. op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid 20.4 is de procedure opgenomen in artikel 27 van toepassing.