Artikel 10 Anti–dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene aanduidingsregels
11.1 Gebiedsaanduiding "hoofdwatergang"
De gronden ter plaatse van de aanduiding “hoofdwatergang” zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), tevens aangeduid voor het behoud van de hoofdwatergang van het Wetterskip Fryslân, als gelegen onder de ter plaatse gerealiseerde duikers.
11.2 Gebiedsaanduiding “voorwaardelijke bepaling”
Op de gronden ter plaatse van de aanduiding “voorwaardelijke bepaling” zijn, naast de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), de volgende regels aanvullend en met voorrang op de aangewezen bestemmingen van toepassing.
Aanvullende bouwregels
Een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken kan uitsluitend worden verleend wanneer de bedrijfsactiviteiten die plaatsvinden aan De Kolk 13 in Surhuisterveen volledig zijn beëindigd, zoals aangegeven in het advies van de Brandweer Fryslân van datum 25 oktober 2012 en 13 november 2006.
Aanvullende Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving, waaronder in ieder geval wordt begrepen:
-
het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor de voor die gronden aangewezen bestemmingen (basisbestemming), zonder dat sprake is van volledige beëindiging van de bedrijfsactiviteiten die plaatsvinden aan De Kolk 13 in Surhuisterveen. De voorwaardelijke verplichting is niet van toepassing op bestaand vergund gebruik.
Artikel 12 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 10 m;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van antennemasten worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 15 m, met dien verstande dat antennemasten uitsluitend op meer dan 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel, dan wel achter het verlengde daarvan, mogen worden gebouwd;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van lichtmasten, antennemasten ten behoeve van mobiele telecommunicatie en/of sirenemasten worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 40 m;
-
het bepaalde in het plan en aanzien van de oppervlakte van bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan en een grotere oppervlakte hebben dan is toegestaan in de regels, met dien verstande dat bij vervanging van bouwwerken met een grotere oppervlakte dan is toegestaan in de regels er ten hoogste 60% van de gesloopte oppervlakte aan bouwwerken mag worden teruggebouwd en de bouwregels van het overige onverkort van toepassing blijven;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen worden verhoogd dan wel gebouwd, mits de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
-
het bepaalde in het plan ten aanzien van de dakhelling en toestaan dat afwijkende dakvormen als mansardedaken, gebogen dakvormen en platte daken worden gerealiseerd;
-
het bepaalde in het plan ten aanzien van de oppervlakte van aan- en uitbouwen bij woningen, dienstwoningen en bedrijfswoningen en toestaan dat de oppervlakte van aan- en uitbouwen ten behoeve van gehandicapten en mindervaliden wordt vergroot met niet meer dan 25 m²;
-
het bepaalde in het plan ten aanzien van de bouwhoogte van een aan- en uitbouw en een aangebouwd bijgebouw en toestaan dat de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bij plat afgedekte hoofdgebouwen bestaande uit 1 bouwlaag ten hoogste gelijk is aan de hoogte van dat hoofdgebouw;
-
het plan in de bestemming ‘Wonen’ ten aanzien van de oppervlakte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij woningen en toestaan dat de oppervlakte wordt vergroot tot niet meer dan 150 m², met dien verstande dat:
-
de gezamenlijke oppervlakte van het bouwperceel en de gronden bestemd als ‘Tuin’ meer dan 1000 m² bedraagt;
-
de oppervlakte van een vrijstaand bijgebouw niet meer dan 100 m² bedraagt;
-
de regels van de bestemming ‘Wonen’ voor het overige onverkort van toepassing blijft.
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden het plan wijzigen in die zin dat:
-
binnen de bestemming ‘Wonen’ het aantal woningen wordt vergroot, met dien verstande dat:
-
de oppervlakte van een woning ten hoogste 150 m² bedraagt;
-
het aantal woningen dient te passen binnen de regionale woningbouwafspraken en de met Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân overeengekomen woningbouwafspraken;
-
de regels van de bestemming ‘Wonen’ voor het overige onverkort van toepassing blijft.
-
de bestemming op de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied” wordt gewijzigd in de bestemming ‘Gemengd’ als opgenomen in bijlage 2 bij deze regels, met dien verstande dat:
-
de wijzigingsbevoegdheid uitsluitend kan worden toegepast wanneer het aantal woningen past binnen de regionale woningbouwafspraken en de met Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân overeengekomen woningbouwafspraken;
-
er voorafgaand aan de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid op grond van ecologisch onderzoek en bodemonderzoek inzichtelijk moet zijn gemaakt dat toepassing van de wijzigingsbevoegdheid geen onevenredige afbreuk doet aan de ecologische waarden en dat de bodemgesteldheid adequaat is voor woningbouw;
-
er voor er tot wijziging wordt overgegaan een watertoets heeft plaatsgevonden en de resultaten van de watertoets bij het wijzigingsplan worden betrokken;
-
de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone - wijzigingsgebied” voor niet meer dan 40% mogen worden bebouwd;
-
de bouwhoogte van gebouwen in de zone liggend vanuit de as van de Baansein, in zuidelijke richting naar De Kolk niet meer dan 12 m mag bedragen;
-
er voldoende aandacht dient te worden besteed aan parkeervoorzieningen ten behoeve van de in het gebied te ontwikkelen functies, waarbij de parkeervoorzieningen binnen het wijzigingsgebied gerealiseerd moeten worden;
-
er geen detailhandel mag worden gevestigd;
-
voor het overige de regels van de bestemming ‘Gemengd’ als opgenomen in bijlage 2 van overeenkomstige toepassing zijn.
-
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid a is de procedure opgenomen in artikel 14 van toepassing.
Artikel 14 Algemene procedureregels
14.1 Nadere eisen
Op de voorbereiding van toepassen van nadere eisen op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de volgende procedure van toepassing:
-
een ontwerpbesluit tot nadere eis, waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, ligt, met bijhorende stukken, gedurende 2 weken op het gemeentehuis ter inzage;
-
Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, op de gemeentelijke website en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend;
-
de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
-
gedurende de in sub a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerpbesluit tot nadere eis.
14.2 Afwijken bij omgevingsvergunning
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning is de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde procedure van toepassing.
14.3 Wijzigingsbevoegdheden
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.