-
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied” de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Kantoor’, met dien verstande dat:
-
er niet meer dan twee kantoorgebouwen zijn toegestaan;
-
per kantoorgebouw de vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 1200 m²;
-
het aantal bouwlagen van een kantoorgebouw na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid niet meer mag bedragen dan 3;
-
de bebouwing mag worden gerealiseerd met overkluizingen, mits het bestaande paden- en wegenpatroon met openbare ruimten wordt gehandhaafd;
-
overeenstemming met de gemeente moet zijn bereikt ten aanzien van te realiseren parkeervoorzieningen, waarbij de CROW-norm als uitgangspunt wordt gehanteerd voor het aantal te realiseren parkeervoorzieningen;
-
de geluidsbelasting op de gevel ten gevolge van spoorweglawaai niet meer bedraagt dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde dan wel in overeenstemming is met een verkregen hogere grenswaarde;
-
kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten slecht mogen worden gebouwd, indien:
-
de toepasselijke grenswaarden voor het risico en risicoafstanden ten aanzien van kwetsbare objecten in acht worden genomen;
-
met de toepasselijke richtwaarden en risicoafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
het groepsrisico wordt afgewogen;
-
voor het overige de regels van de bestemming ‘Kantoor’ als opgenomen als bijlage 2 bij deze regels van overeenkomstige toepassing is.
-
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid a is de procedure opgenomen in artikel 14 van toepassing.