Artikel 10 Anti–dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 11 Algemene gebruiksregels
11.1 Plaatsgebonden risicocontouren 10-6
Aanvullende regeling
Binnen de in het plangebied gelegen plaatsgebonden risicocontouren 10-6 mogen geen kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd dan wel opgericht, met uitzondering met kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten die aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
11.2 Kwetsbare objecten binnen de invloedsgebieden
Aanvullende regeling
Binnen de in het plangebied gelegen invloedsgebieden mogen geen kwetsbare kwetsbare objecten worden gebouwd dan wel opgericht, met uitzondering met kwetsbare en/of beperkt kwetsbare objecten die aanwezig zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
Afwijkingsmogelijkheid
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de aanvullende regeling en toestaan dat kwetsbare objecten worden gebouwd dan wel opgericht, mits in het kader van de verantwoording van het groepsrisico aan de hand van een kwantitatieve risicoanalyse is aangetoond dat in is gegaan op de effecten van een plasbrand en dat de nodige maatregelen voor het tegengaan van die effecten zijn genomen.
Voor een verdere toelichting op de in het plangebied aanwezige plaatsgebonden risicocontouren 10-6 en invloedsgebieden wordt verwezen naar paragraaf 4.3 Externe veiligheid van de toelichting behorende bij het bestemmingsplan Bedrijventerrein De Swadde.
Artikel 12 Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
-
de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 10 m;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van antennemasten worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 15 m, met dien verstande dat antennemasten uitsluitend op meer dan 1 m achter de naar de weg gekeerde gevel, dan wel achter het verlengde daarvan, mogen worden gebouwd;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van lichtmasten, antennemasten ten behoeve van mobiele telecommunicatie en/of sirenemasten worden verhoogd dan wel gebouwd tot een bouwhoogte van niet meer dan 40 m;
-
het bepaalde in het plan en aanzien van de oppervlakte van bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestaan en een grotere oppervlakte hebben dan is toegestaan in de regels, met dien verstande dat bij vervanging van bouwwerken met een grotere oppervlakte dan is toegestaan in de regels er ten hoogste 60% van de gesloopte oppervlakte aan bouwwerken mag worden teruggebouwd en de bouwregels van het overige onverkort van toepassing blijven;
-
het bepaalde in het plan en toestaan dat gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen worden verhoogd dan wel gebouwd, mits de bouwhoogte niet meer dan 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw bedraagt;
-
het bepaalde in het plan ten aanzien van de dakhelling en toestaan dat afwijkende dakvormen als mansardedaken, gebogen dakvormen en platte daken worden gerealiseerd;
-
het bepaalde in het plan ten aanzien van de oppervlakte van aan- en uitbouwen bij woningen, dienstwoningen en bedrijfswoningen en toestaan dat de oppervlakte van aan- en uitbouwen ten behoeve van gehandicapten en mindervaliden wordt vergroot met niet meer dan 25 m².
Artikel 13 Algemene wijzigingsregels
-
Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, het plan wijzigen in die zin dat aan de gronden ter plaatse van de aanduiding “wro-zone – wijzigingsgebied” de bestemming wordt gewijzigd in de bestemming ‘Kantoor’, met dien verstande dat:
-
er niet meer dan twee kantoorgebouwen zijn toegestaan;
-
per kantoorgebouw de vloeroppervlakte niet meer mag bedragen dan 1200 m²;
-
het aantal bouwlagen van een kantoorgebouw na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid niet meer mag bedragen dan 3;
-
de bebouwing mag worden gerealiseerd met overkluizingen, mits het bestaande paden- en wegenpatroon met openbare ruimten wordt gehandhaafd;
-
overeenstemming met de gemeente moet zijn bereikt ten aanzien van te realiseren parkeervoorzieningen, waarbij de CROW-norm als uitgangspunt wordt gehanteerd voor het aantal te realiseren parkeervoorzieningen;
-
de geluidsbelasting op de gevel ten gevolge van spoorweglawaai niet meer bedraagt dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde dan wel in overeenstemming is met een verkregen hogere grenswaarde;
-
kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten slecht mogen worden gebouwd, indien:
-
de toepasselijke grenswaarden voor het risico en risicoafstanden ten aanzien van kwetsbare objecten in acht worden genomen;
-
met de toepasselijke richtwaarden en risicoafstanden ten aanzien van beperkt kwetsbare objecten rekening wordt gehouden;
-
het groepsrisico wordt afgewogen;
-
voor het overige de regels van de bestemming ‘Kantoor’ als opgenomen als bijlage 2 bij deze regels van overeenkomstige toepassing is.
-
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging op grond van lid a is de procedure opgenomen in artikel 14 van toepassing.
Artikel 14 Algemene procedureregels
14.1 Nadere eisen
Op de voorbereiding van toepassen van nadere eisen op grond van de Wet ruimtelijke ordening is de volgende procedure van toepassing:
-
een ontwerpbesluit tot nadere eis, waarbij toepassing wordt gegeven aan het bepaalde in de Wet ruimtelijke ordening, ligt, met bijhorende stukken, gedurende 2 weken op het gemeentehuis ter inzage;
-
Burgemeester en Wethouders maken de terinzagelegging van te voren in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid, op de gemeentelijke website en voorts op de gebruikelijke wijze, bekend;
-
de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het indienen van zienswijzen;
-
gedurende de in sub a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij Burgemeester en Wethouders schriftelijk zienswijzen indienen omtrent het ontwerpbesluit tot nadere eis.
14.2 Afwijken bij omgevingsvergunning
Op de voorbereiding van een besluit tot afwijking bij een omgevingsvergunning is de in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht genoemde procedure van toepassing.
14.3 Wijzigingsbevoegdheden
Op de voorbereiding van een besluit tot wijziging is de in de Wet ruimtelijke ordening genoemde procedure van toepassing.